Aangifte doen van overlijden

Als een persoon overlijdt, moet iemand aangifte van overlijden doen in de gemeente waarin de persoon is overleden. Vaak doet de begrafenisondernemer dit voor de nabestaanden. De gemeente geeft toestemming om de overledene te begraven of te cremeren. Dit heet het verlof tot begraven of cremeren.

De gemeente past ook de basisregistratie personen (BRP) aan en maakt een overlijdensakte op. Nabestaanden kunnen een uittreksel van de overlijdensakte krijgen. Dit heeft u nodig om praktische zaken te regelen. Bijvoorbeeld de erfenis en het opzeggen van de huur of abonnementen. Meestal zorgt de uitvaartondernemer voor het uittreksel. U kunt ook zelf een uittreksel bij de gemeente opvragen.

Voorwaarden

Na het overlijden moet u 36 uur wachten voordat u de overledene mag begraven of cremeren. Maar de begrafenis of crematie mag niet meer dan 6 werkdagen na het overlijden zijn.

Wilt u de overledene eerder of later begraven of cremeren? Dan heeft u toestemming van de burgemeester nodig.

Kosten

Aan de aangifte van overlijden zijn geen kosten verbonden. Een uittreksel van de overlijdensakte kost € 16,60.

Aanvraag

U doet persoonlijk aangifte bij de gemeente waar het overlijden heeft plaatsgevonden. De begrafenisondernemer kan de aangifte ook doen.

Aanpak

Zo doet u aangifte van overlijden:

  • Maak een afspraak bij de gemeente waarin de persoon overleden is.
  • Neem uw geldige identiteitsbewijs mee.

Voor een verlof tot begraven of cremeren heeft u verder nodig:

  • bij een natuurlijke doodsoorzaak: een A-verklaring en een B-verklaring van de arts die de dood heeft vastgesteld. Soms geeft de gemeentelijk lijkschouwer de verklaringen. De B-verklaring is voor het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). U mag de envelop met de B-verklaring erin niet openmaken.
  • bij een niet-natuurlijke doodsoorzaak: een verklaring van geen bezwaar crematie/begrafenis, afgegeven door de officier van justitie
  • als u een crematie of begrafenis wilt uitstellen of vervroegen: toestemming van de burgemeester

U moet een overledene binnen 6 werkdagen laten begraven of cremeren.

Woonde de overleden persoon in een andere gemeente of een ander land? U hoeft het overlijden niet zelf door te geven aan deze gemeente of dit land. Dit doet de gemeente waarin de persoon is overleden.